In het voorjaar krijgt de Dierenambulance bijna dagelijks meldingen over jonge eendjes (pulletjes). Vaak is de moedereend in het verkeer omgekomen en zijn de pulletjes alleen.

 

Bel de Dierenambulance (073 614 60 70) zodat de eendjes zo snel mogelijk opgehaald kunnen worden.

 

Hieronder wat nuttige info:

Jonge eendjes in het voorjaar

Als er geen moederend (meer) in de buurt is moet er snel gehandeld worden. De pulletjes koelen heel snel af en kunnen zichzelf de eerste paar dagen niet warm houden. Binnen een half uur zijn ze al onderkoeld! Jonge eendjes hebben een speciale behandeling nodig.

Eendjes.

Het allerbelangrijkste voor een jong eendje is warmte! De meeste jonge eendjes die geen moeder meer hebben sterven binnen 24 uur omdat ze kou hebben gevat.

Een jong eendje is in de eerste week van zijn leven nog niet in staat om zichzelf warm te houden. Ze hebben een externe warmtebron nodig om weer warm te worden. De jongen geven daarom constant aan hun moeder aan hoe ze zich voelen. Een goede moeder eend (er zijn ook veel onervaren/slechte moeder eenden) reageert daar op en zal de jongen warmte bieden als ze dat nodig hebben. Ze warmt ze eigenlijk telkens weer op zodat ze daarna weer even voedsel kunnen zoeken tot ze weer afgekoeld zijn.

De jongen van eenden die dat niet doen zullen de eerste week niet overleven.

Na de eerste week worden de jongen steeds sterker en kunnen ze steeds beter tegen kou. Bij eendjes ouder dan een week voel je vaak ook dat ze warmer zijn.

Als je jonge eendjes vindt is het allerbelangrijkste om ze warm te houden. Dit kan met een kruik, een fles met heet water of een warmtelamp. Als er echt niks anders bij de hand is kan het eendje ook onder de kleren of in de handen warm gehouden worden. Het eendje in doeken of iets dergelijks wikkelen is niet voldoende omdat het zelf de warmte niet kan maken. Het heeft dus echt een externe warmtebron nodig.

Jonge eendjes hebben nog geen vetlaag waardoor ze niet kunnen zwemmen. (in het wild krijgen ze die van hun moeder door telkens langs haar veren te kruipen). Geef ze dus geen water.

Gansjes.

Jonge gansjes kunnen beter tegen de kou. Maar om het zekere voor het onzekere te nemen kun die ook het beste een kruikje geven en niet laten zwemmen.

Wat verder nog handig kan zijn.

Eendjes eten legkorrel/kuikenvoer geweekt in water. 

Gansjes eten ook kuikenvoer/legkorrel maar zijn ook dol op gras.